De kwestie van ... de beschikbaarheid

De kwestie van ... beschikbare auto's

Een groot struikelblok voor de doorbraak van elektrische auto’s is de beschikbaarheid en betaalbaarheid van elektrische auto’s. Vergeleken met conventionele auto’s uit dezelfde klasse is de elektrische auto een stuk duurder. Toch stijgt het aantal verkochte elektrische auto’s en de hoeveelheid beschikbare modellen.

Het aantal elektrische voertuigen (4484) mag dan groter zijn dan de hoeveelheid laadpalen (3554), maar vergeleken met de verkoop van nieuwe personenauto’s is het slechts een klein deel van het totaal. Van de nieuwe verkochte personenauto’s in 2011 bestaat 35% uit zeer zuinige personenauto’s (minder dan 100 gram CO2-uitstoot per kilometer). Elektrische voertuigen vormen slechts 1,5% van de verkoop (cijfers RAI vereniging). Desondanks neemt de hoeveelheid elektrische voertuigen met grote sprongen toe: van 200 eind 2010 naar 1702 eind 2011 naar 4484 eind juli 2012 (cijfers Agentschap NL).

De ANWB geeft op de website een overzicht van het elektrisch aanbod. Dat zijn er nu in totaal 32. Hiervan heeft de ANWB in samenwerking met de stichting Natuur & Milieu een top-10 van volledig elektrische auto’s gemaakt. Daarbij is gekeken naar actieradius, laadtijd, batterij, veiligheid en aanschafprijs. Later dit jaar komen de organisaties met een top-10 van zeer zuinige auto’s (onder 50 gam CO2-uitstoot per kilometer), waar elektrische auto’s met een range extender en hybride auto’s in staan.

In de top 10 staan 5 auto’s die een Euro NCAP test (een onafhankelijke beoordeling van de veiligheid van auto’s) hebben doorstaan. Een kleine vergelijking van deze auto’s levert het volgende op:

Citroën C-zero

Citroën C-zero

Mitsubishi i-MiEV

Mitsubishi i-MiEV

Nissan Leaf

Nissan Leaf

Peugeot iOn

Peugeot iOn

Renault Fluence Z.E.

Renault Fluence Z.E.

(Cijfers ANWB)

1900: elektrisch versus verbrandingsmotor

De elektrische auto is niet nieuw. Rond 1900 waren elektrische auto’s net zo normaal als auto’s met een verbrandingsmotor. Ook toen waren de verwachtingen voor grootschalige introductie hooggespannen. In het begin van de 20e eeuw reden er in Amsterdam en regio ongeveer 60 elektrische taxi’s rond.

Vooral het starten was in die dagen een voordeel van de elektrische auto ten opzichte van een auto met een verbrandingsmotor. Een auto op benzine moest worden aangezwengeld; een elektrische auto kon sneller starten. De toen ook nog beperkte actieradius was rond 1900 geen probleem, aangezien er weinig goede wegen waren waar de auto op kon rijden.

Vanaf 1900 begon de auto met een verbrandingsmotor op te komen. Deze waren gemiddeld sneller dan elektrische auto’s en konden grotere afstanden afleggen. De elektrische auto had vooral te kampen met een beperkte batterij-capaciteit, waardoor zowel de actieradius als de maximale snelheid beperkt was. Autofabrikanten gingen steeds meer over op auto’s met een verbrandingsmotor. Van de mooie woorden van Henry Ford in 1914 om een goedkope elektrische auto op de markt te brengen, is niets terechtgekomen. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog verdween de elektrische auto, om pas deze eeuw weer flink terug te komen.

De elektrische auto van toen en nu verschilt behoorlijk, maar er is één overeenkomst: de actieradius. De actieradius van een moderne elektrische auto schommelt rond de 160 kilometer. De elektrische Fritchle Victoria uit 1908 had dezelfde actieradius. Maar moderne elektrische auto’s zijn veel krachtiger (110 PK voor de Nissan Leaf, 10 PK voor de Fritchle) en kunnen veel sneller (140 km/u voor de Leaf, 50 km/u voor de Fritchle).

Fritchle Victoria uit 1908, Wikipedia
Een elektrische Fritchle Victoria uit 1908. Bron: Wikipedia

Meer lezen over de geschiedenis van de elektrische auto